De afgelopen jaren zijn er veel blogs verschenen op een website waar ik inmiddels niet meer voor schrijf. Mijn blogs zijn verwijderd, maar ik heb ze gelukkig nog. Sommige blogs mogen niet verloren gaan, dus plaats ik ze hier. Volg je me al op Facebook? Daar vind je de links naar mijn meest recente blogs!
28-08-2014
“Ze gooien
die spullen gewoon in de container!” roept Dunya geschrokken. We staan bij de
fiets en ik probeer mijn slot open te krijgen. Een beetje duizelig van het
bukken kom ik overeind en kijk naar Dunya die verontwaardiging uitstraalt.
“Welke spullen?” vraag ik nog, terwijl ik tegelijkertijd het antwoord weet. “De
spullen van Martijn!” roept ze. Ik draai me weer om naar Dunya en spoor haar
aan om op de fiets te stappen. Niet blijven kijken, dat willen we echt niet
zien. Mopperend stapt ze op haar fiets. “Ik vind het stom dat Martijn overleden
is!”
Haar liefste buurman
De dag na Pinksteren
krijgen we het bericht dat onze buurman plotseling overleden is door een
ongeluk. Ik sta in de deuropening en ben totaal verbijsterd. In mijn herinnering
zeg ik op dat moment helemaal niks, ben ik sprakeloos, maar Dunya heeft wel
meteen een antwoord paraat. “Hij is mijn liefste buurman!” zegt ze tegen zijn
broer. Die knikt, want hij kent ons wel. “Dunya heet je toch?” Zij was
ongetwijfeld zijn liefste buurmeisje.
De katten
We doen de
deur dicht en ik kijk Dunya aan. Wat nu? Ik krijg een ingeving: “Wil je een
tekening maken voor Martijn?” vraag ik. “Dan kun je bijvoorbeeld tekenen over
de poezen”. Ze knikt. Ik geef haar een vel papier en kleurpotloden en het
eerste wat ze schrijft is “STOM”. Het wordt letterlijk een tekening met een
lach en een traan. Ook schrijft ze “liveste buurman” en ze tekent een poes die
boven op de kast zit. Dunya is dol op de katten van Martijn. En bijna net zo
dol op Martijn zelf. De volgende avond hoor ik de deur naast ons. Ik haast me
naar de gang en spreek de vriendin aan die de katten ophaalt. Dunya moet nog
even afscheid nemen van de poesjes. Dus ik trek haar letterlijk en figuurlijk
uit bed, wat niet meevalt want ze is diep in slaap. Nog een beetje slaapdronken
komt ze uit bed. De tekening voor Martijn gaat mee.
Doodgaan is stom
Op de
begrafenis leer ik Martijn wat beter kennen. We hadden meer gemeen dan ik dacht
en ik vind het jammer dat we dat niet hebben gedeeld. Zijn moeder zegt dat ze
blij zijn met de tekening en dat ze het fijn vinden dat Dunya het ook stom
vindt. Ja, dat had ze goed verwoord. Het is ook stom, dat iemand er zo
plotseling niet meer is. Haar tekening ligt in de kist. Dunya is er even stil
van als ik dat vertel. Als Dunya op school met haar oog tegen de rand van de
klapdeur botst en helemaal overstuur is breek ik ook. Ik probeer mezelf nog te
herstellen, maar het gaat niet. Ik geef haar snel een kus en laat haar over aan
de juf. Als Dunya een week na het overlijden van Martijn haar zwemdiploma haalt
zegt ze ’s avonds in bed: “Nu kan Martijn mijn zwemdiploma niet zien!” Ik
streel even haar wang. “Martijn wist wel dat je vandaag mocht afzwemmen en hij
was heel trots op je! Dat is toch het belangrijkste?” Ze knikt. Bij het
ontwerpen van de uitnodiging voor haar verjaardag zegt Dunya: “Vorig jaar was
Martijn op mijn verjaardag! Nu kan hij nooit meer op mijn verjaardag komen....”
Ontruiming
Vandaag wordt
de woning van Martijn leeggehaald. Zijn zelfgemaakte spullen, meubels, zijn
gasfornuis, koelkast en ook de trap die hij binnen heeft gemaakt naar de
zolder. “Alles wordt nu teruggebracht in de oude staat!” zegt de beheerder. Ik
zucht. Martijn was zo blij met zijn huis, zo trots op wat hij had bereikt en ik
had er zoveel bewondering voor hoe hij een paleisje van zijn woning had gemaakt.
Maar voor Martijn maakt het niet meer uit, dus ik probeer het los te laten.
Hier is niets meer
Er wordt
gelachen hiernaast. Ik hoor hoe de mannen grapjes maken en ik wil het liefst
heel hard op de muur bonken dat ze daar onmiddelijk mee op moeten houden. Er
valt niks te lachen! En als we ook nog zien dat ze allerlei spullen zonder
pardon in de container gooien, wil ik alleen maar weg. “Morgen is het leeg hoor!”
zegt één van de mannen. “Raar” zeg ik. “Nog een prettige dag verder” zegt de
man. Als ik de mannen naar beneden hoor gaan zie ik de deur van Martijn
openstaan. Ik bedenk me geen seconde en ren naar binnen. Nog één keer binnen
kijken. En dan weet ik het opeens zeker. Dit is zijn huis niet meer. Als ik me
omdraai zie ik op de bank een kookboekje liggen. In een opwelling gris ik het
mee. Ik moet opeens lachen en denk: “Ik voel gewoon dat Martijn lachend zijn
duim opsteekt”.
Leuke herinneringen
De rest
van de dag zit ik regelmatig in mezelf te lachen omdat er ineens weer leuke
herinneringen boven komen. Dunya kwam graag bij hem over de vloer om te kletsen
en om met de poezen te spelen. “Wat is dit?” vroeg hij verbijsterd de laatste
keer dat ik hem op het balkon zag. Overal sirenes en ook door onze straat reden
hulpdiensten met lachende kinderen erin. “Dat is elk jaar!” schreeuwde ik vanaf
mijn balkon. “Zieke kinderen gaan een dagje naar Artis!” Hij fronste en schudde
zijn hoofd. “Ik vind het niet zo leuk!” riep hij terug. Ik lachte. “Jawel joh!
Die kinderen hebben de dag van hun leven! Dat is toch fantastisch!” De frons
verdween. Zo had hij het nog niet bekeken. “Dat is wel waar!” riep hij en ging weer
naar binnen. Of die keer dat Dunya een schreeuw gaf omdat ze niet wilde
tandenpoetsen. Toen ze de deur van Martijn hoorde haastte ze zich om te gaan
kijken. “Oh was jij dat?” vroeg Martijn. “Ik dacht dat het een tijger was!”
Hilarisch natuurlijk en het tandenpoetsen ging daarna zonder problemen.
Zwembad van tranen
Maar na
twee dagen gesleep en geboor en lawaai naast ons stort ik toch nog even in. En
ik besef dat dat nog wel af en toe zal gebeuren. Dunya troost me en rent heen
en weer met tissues en aait over mijn hoofd. “Ik ben ook verdrietig” legt ze
uit “Maar van binnen”. Ik zeg dat dat prima is, maar dat huilen soms ook kan
helpen. “Anders blijft je verdriet ook binnen en wordt het steeds groter en dan
komt er na een poos een explosie van tranen. Er breekt een gilmlach door als ze
zegt: “Een zwembad van tranen!”
Gamba’s
Ik laat
Dunya het kookboekje zien. Ik vertel hoe ik eraan kom. “Staan daar die vissen
in met die oogjes?” Ze kijkt me weer vol afschuw aan. De gamba’s die hij ooit
voor ons heeft gemaakt staan haar nog vers in het geheugen. “Nog niet naar
gekeken” lach ik. Ik blader in het boekje. “Martijn zou er ook om moeten lachen
dat ik dit heb gedaan, toch?” vraag ik haar. Ze begint heel hard te lachen en
geeft me een High Five. “Dat zou hij zeker!”