donderdag 19 april 2012

Ik ga door!


“Ik kan nauwelijks wat zien
Door de waas voor mijn ogen
Lijkt alles gelogen
Al het mooie lijkt dood

Ik heb zelfs de kracht niet
Om op te geven
Al wil ik het niet
Het leven gaat door”

Het is september 2011 als mijn werkgever opeens laat weten niet met mij verder te willen. Geschokt ben ik, maar ook weer niet echt verbaasd. Ik heb dit eigenlijk wel gevoeld. Er volgt een zware tijd van boosheid, verbijstering, verdriet, angst en vertwijfeling. En langzaam maar onafwendbaar kruipt de onzekerheid mijn lichaam binnen. De onzekerheid die er al een tijd zat. Ik voelde het immers al? Er speelde iets, er zat iets aan te komen. Toch voelt deze boodschap als een mokerslag. Met lood in mijn schoenen sleep ik me vanaf dat moment naar mijn werk. Elke week opnieuw probeer ik met een glimlach binnen te stappen. De kritiek op mijn functioneren neemt toe, wordt harder, feller. Gemener wil ik niet zeggen. Ik kan me niet voorstellen dat ze het bewust doen. Dat ze beseffen wat ze zeggen en wat dat met me doet. Als het me allemaal teveel wordt barst ik in tranen uit. Ik doe mijn best om hier naar toe te komen, om mijn werk te doen, om er te zijn voor de kinderen, voor de ouders, voor mijn collega’s… Maar het is zo zwaar!

Maar ik vecht door. Ziekmelden? Nee! Ik ga door. Aan mijn inzet zal het niet liggen. Ze zullen mij niet verwijten dat ik opgegeven heb. Het verwijt dat ik wel krijg is dat ik zo emotioneel ben. Dat ze niks durven te zeggen tegen mij, omdat ze bang zijn dat ik ga huilen. Ik voel me daar warempel nog schuldig over ook. Wat moeten zij het moeilijk hebben met mij. Dat ik juist zo emotioneel ben door alle dingen die er spelen zie ik zelf ook even over het hoofd. De hoop dat ik hier beter ga functioneren heb ik losgelaten. In deze situatie kan ik niet functioneren. Al wil ik nog zo graag!
Ondanks alles wat er gebeurt, en er gebeurt veel in deze tijd, overheerst het gevoel van dankbaarheid. Wat ben ik ontzettend dankbaar dat ze dit pas openlijk hebben gezegd toen Dunya op school zat. Dat Dunya niet meer mee hoeft naar deze plek waar ik me ineens helemaal niet meer thuis voel. Haar ervaringen met deze plek zijn niet vertroebeld. Zij kijkt met veel plezier terug en dat hebben ze ons in elk geval niet afgenomen.
In december 2011 teken ik een overeenkomst. Ik vertrek en ik vertrek bijna per direct. “Gaat dat niet te snel?” vraagt mijn leidinggevende. Nee dus. Dit gaat niet te snel. Op mijn laatste werkdag krijg ik prachtige roze rozen van mijn collega’s met een kaartje waarop staat dat ik zo’n fijne collega was. Dat is even een moeilijk momentje. Als ik zo’n fijne collega was, waarom is het dan zo gelopen? Aan het eind van de dag sluit ik de deur af en loop naar mijn fiets. “De sleutel!” zegt mijn leidinggevende die bij het hek staat en houdt haar hand op. Ik kijk haar even verward aan. “Ik begrijp dat dat voor jou een slikmomentje is, maar ik kom al sleutels tekort!” zegt ze als ik m van mijn sleutelbos haal. Even later alleen op de fiets, schiet ik toch nog in een soort van verbijsterde lach. Een slikmomentje… alsof na alles wat er is gebeurd, dit nog een slikmomentje voor mij zou zijn.

Er volgt een tijd van rust en ruimte. Ik wacht op de ontlading, maar die blijft uit. Misschien komt die niet denk ik na een poosje. Er zijn natuurlijk het afgelopen jaar ergere dingen gebeurd. Misschien heeft dat zoveel relativering gebracht dat ik deze periode geruisloos achter me kan laten. Maar zodra ik aan een nieuwe baan begin komt alles in volle hevigheid terug. En als de ontlading dan toch eindelijk komt, weet ik dat ik het hier niet ga redden. Niet nu. Hoe het dan wel verder moet? Geen idee. Maar ik heb het gevoel dat ik nu pas kan gaan verwerken. En dan weet ik dat het, hoe jammer dan ook dat het niet gelukt is, toch heel goed was om hieraan te beginnen. Ik had er liever een succes van gemaakt en mezelf bewezen dat ik het kan. Ik weet dat ik het kan. Ik weet wat mijn kwaliteiten zijn. Deze baan, die zo snel weer is gestopt, heeft me toch geholpen om iets in gang te zetten. Het is jammer dat de ontlading niet kwam voordat ik aan deze baan begon, maar blijkbaar was dit nodig om verder te kunnen. Langzaam, heel langzaam, komt er een beetje ruimte in mijn hoofd. Hopelijk elke dag een beetje meer. Op een dag komt de openbaring. Dan weet ik waar ik hoor en wat ik wil. En ook… wat ik allemaal heb geleerd en wat deze verdrietige tijd heeft opgeleverd! Ik hou vol. Ik ga door!

Eyo Eyo!


Rennend komen we Ahoy binnen. Net op tijd voor het eerste liedje van K3. Fijn dat ze op ons gewacht hebben. De muziek begint en Dunya kruipt in elkaar met haar vingers in haar oren. “Zoveel walaai!” roept ze tegen mij. Ik aai over haar rug. Het went wel. Het duurt een poosje, maar dan zit Dunya toch rechtop en even later gaat ze staan en meedansen. Geweldig dat ze zo enthousiast is. Ze geniet met volle teugen. Ik maak foto’s, maar krijg vooral haar rug op de foto. Ze maakt er een sport van om zich net op het moment om te draaien dat ik afdruk. Pfff…

De dag begon zoals gewoonlijk al weer vroeg. Voor half zeven was ze wakker en klonk er een stemmetje uit de hoek van de slaapkamer: “Mama, gaan we vandaag naar K3?” . Ik word met een glimlach wakker, ondanks dat het zo vroeg is. “Ja, we gaan vanmiddag naar K3!” Maar eerst naar…”zwemles!” juicht Dunya enthousiast. Dat is bijna net zo leuk als de show van K3… Gelukkig zonder voorwaarden deze keer. Vorige week was ze net hersteld van een oorontsteking en mocht ze wel naar zwemles maar niet met haar hoofd onder water had de dokter gezegd. Ik moest haar met droge haartjes weer uit het water halen. Zo’n advies kon ik niks mee. Dus ik moest zelf beslissen. Haar oor was droog, ze had geen pijn meer. Ik hakte de knoop door en zei dat ze toch naar de Orka’s mocht. We maakten goeie afspraken. Haar hoofd zou boven water blijven. Tevergeefs bleek al snel. Al die plechtige beloften was ze vergeten zodra ze in het water lag. Boven voor het raam zag ik haar continu kopje onder gaan en ik kon niet anders dan er om lachen toen ik zag hoe ze ervan genoot. Dit had ik haar bijna ontnomen. Deze week vraagt ze mij voor de zekerheid of ze weer onder water mag met haar hoofd. “Zoveel als je maar wilt!” zeg ik. Dat doet ze dan ook. Het drijven gaat ineens niet zo goed. Verbaasd zie ik haar steeds weer zinken. Misschien heeft ze haar dag niet zo. Als ik haar vraag hoe het is gegaan en of ze het drijven moeilijk vond, geeft ze aan dat alles goed ging en dat er niks moeilijk was. Prima. Ze kon het al een hele tijd, dus het komt wel weer terug. Als ik haar er op ga wijzen dat het niet goed ging, wordt het misschien iets groots. En waarom zou ik dat zeggen? Laat haar lekker spelenderwijs leren, dat is de beste manier. Dus zeg ik gewoon weer dat ik trots op haar ben en dat ik heb gezien hoe goed ze haar best deed. Dat deed ze ook. En alleen dat is al een reden om heel trots op haar te zijn. Ik ben allang blij dat ze met zoveel plezier naar zwemles gaat. Dat was bij mij wel anders vroeger… Maar ja, ik woonde toen niet in Amsterdam en kon dus niet naar Het Marnix. Dan was alles vast heel anders gelopen!

Na de zwemles snel aankleden en naar huis. Geen valpartijen vandaag. Dunya gaat meteen mee naar de roze bakfiets en we maken thuis snel een tosti. Ondertussen zetten we de cd van Eyo Eyo nog maar eens aan. Even oefenen voor straks. Ook onderweg in de auto blijven we deze liedjes zingen. Het is druk op de weg en we komen iets te laat aan bij Ahoy. Gelukkig zijn ze nog niet begonnen. Het is een spetterende show, die begint met drie meisjes die kleine Josje, kleine Karen en kleine Kristel zijn. Ze vertellen over hun dromen en ze zijn een rode draad door de show. Geweldig is het. Dunya danst vol energie mee en kent de pasjes en bewegingen grotendeels uit haar hoofd. Af en toe kijkt ze achterom, of wij wel opletten. Dat stralende snoetje, die ogen, onbetaalbaar. Die kaartjes waren dat ook bijna, maar toch heb ik het er voor over. Aan het eind van de show zweeft K3 in een grote boot over het publiek heen. Geweldig. Dunya kan zo heel goed naar ze zwaaien.

Het gaat goed met haar. We hebben een heerlijke tijd achter de rug, samen. De tijd die ik had om bij te komen van alle gebeurtenissen op mijn werk en me voor te bereiden op iets nieuws hebben we goed besteed. Ik ben veel op school geweest, wat voor ons allebei heel leuk was. Ik bloeide weer op door de waardering die ik kreeg van de juffen. Nu is het bijna weer tijd om te gaan werken. Dat valt niet mee. Een baan zoeken die bij me past is een moeilijke opgave in deze tijd. Na een nieuwe teleurstelling ben ik vastbesloten iets te vinden dat wel helemaal klopt. Maar dat komt wel goed. Ik heb er vertrouwen in. Het belangrijkste is dat Dunya weer een moeder heeft en houdt die er voor haar is en die niet stijf staat van de spanning als we ’s avonds thuis zijn of ’s ochtends opstaan. Dat mag nooit meer gebeuren. We praten veel, we knuffelen veel en we maken plezier. En als ik Dunya zie genieten in het zwembad, dan geniet ik van bovenaf met haar mee. Elke keer dat ze kopje onder gaat zie ik haar vrolijker boven komen. Het is een waterratje. En het belangrijkste is dat ze niet bang is voor water en dat ze plezier heeft. De rest komt vanzelf. Rustig aan, dan kunnen we nog lang genieten van de leuke zwemlessen van de lieve juffen en meesters. 

Op zoek naar een eigen identiteit

De geboorte van Dunya's zusje wordt gevierd  met beschuit met muisjes op school. Inschrijven middelbare school “U kom...