zondag 18 maart 2012

Een zucht is onzichtbaar....


Mei 2006
Met een schokje besef ik ineens dat ik al een week overtijd ben. Dat is nog nooit gebeurd. Ik twijfel geen moment. Ik weet het heel zeker. Even slaat de paniek toe. Wat nu? Kan ik dit wel? Ik word zenuwachtig. De volgende dag loop ik door de stad en wandel ik de drogist binnen. Een zwangerschapstest. Met een kleur op mijn wangen reken ik af. Deze test gaat mijn leven veranderen. Ik heb het gevoel dat iedereen het ook aan me ziet. De test blijkt positief te zijn, maar dat is geen verrassing. De paniek glijdt van me af. Dit is tenslotte wat ik al die tijd wilde. En wat er ook gebeurt: er groeit een kindje in mij. Ik breng een bezoekje aan mijn huisarts, die vraagt waar ik voor kom. “Ik ben zwanger” lach ik zenuwachtig.

Na ruim elf weken krijg ik mijn eerste echo. Ik ben zenuwachtig. Vanavond krijg ik mijn kindje voor het eerst te zien. Maar op de uitwendige echo is niks te zien en op de inwendige echo is te zien dat er wel iets zit, maar geen kloppend hartje. Ik ben niet eens verbaasd. Eigenlijk had ik dit wel gevoeld, maar ik hoopte zo dat het mijn eigen onzekerheid zou zijn. Dat ik me zou vergissen. De volgende dag zit ik weer bij de huisarts. Ik laat de papieren van het echobureau zien. “Hoe is dit voor jou?” vraagt de dokter. Ik haal mijn schouders op. Ik weet eigenlijk niet wat ik voel. Ik ben wel verdrietig, maar of het al helemaal tot me doorgedrongen is weet ik niet. “Jammer…” zeg ik. Op dat moment breek ik. De emoties die ik gister miste komen nu alsnog. Ik fiets naar huis en bel een vriendin. Daarna bel ik mijn werk, dat ik niet meer terugkom vandaag. Ik had gezegd dat ik even naar de dokter ging en dan terug zou komen. Maar dat gaat niet.

De rest van de dag is het veel huilen en de dagen erna krabbel ik langzaam weer op. Tot het moment dat ik in het ziekenhuis word opgenomen voor de curettage. Ik lig in bed te wachten en te wachten. Af en toe slaap ik wat. Als ik wakker word zit mijn vriend steeds aan mijn bed. Wat er ook gebeurd is en wat er ook nog gaat gebeuren: op dit moment is hij er voor me en daar ben ik oneindig blij mee. Als ik naar de OK wordt gebracht en afscheid moet nemen schiet ik vol. Ik blijf maar huilen en de mensen in de OK zijn ontzettend lief voor me. Ook dat vergeet ik nooit meer. Iemand aait over mijn hoofd, een ander streelt mijn hand. Natuurlijk, het kindje in me leeft niet, natuurlijk, het moet eruit. Maar dit is dan toch echt het moment dat het definitief wordt. Wat een verdriet. Daar had ik helemaal niet meer op gerekend. Ik dacht: dit doen we even. Maar zo was het niet. Ik krijg een doorzichtig kapje op mijn gezicht voor wat zuurstof. Als ik wakker word ben ik in de uitslaapkamer. Opnieuw tranen. En als mijn vriend me komt ophalen, huil ik opnieuw. Dan is het op.

Na een poosje koop ik een mooie doos. Er verdwijnen wat spulletjes in. De foto’s van de echo, waar niks op staat, maar die ik niet kan weggooien. De babykleertjes die ik al had. De kaarten van vriendinnen. De e-mails die ik heb gekregen, toen ik zwanger was en toen ik liet weten dat het niet goed was. Ik schrijf een stukje op mijn weblog en begin met het gedichtje uit het boek “Jij bent de liefste”.

“Een zucht is onzichtbaar
Net als de wind
De nacht is onzichtbaar
Als de dag begint.
Onzichtbaar zijn de dingen
Die ik kwijt ben
Die ik nooit meer vind
Maar met mijn ogen dicht
Zie ik alles wat mijn hoofd verzint.”

De reacties op dit logje zijn fantastisch. Van bekenden en van onbekenden. Wat fijn dat mensen op dit moment zo meeleven.

Af en toe doe ik de doos weer open, om nog eens te kijken, te lezen. Elke keer merk ik dat het iets beter gaat.
Een half jaar later lig ik weer op de tafel van het echocentrum. Ik ben negen weken zwanger. Mijn hart gaat tekeer. Ik durf nergens op te hopen, heb mijn gevoel dat het deze keer echt wel goed zit, heel diep weggestopt. Maar als ik opeens een baby’tje zie op het scherm met alles erop en eraan, ben ik verbijsterd. Ongelooflijk! Niks donker, leeg scherm, maar ik zie gewoon een minibaby’tje. De angst diep in mij brokkelt langzaam af. En dan begint het genieten. Ik denk nog wel eens aan dat kindje dat geen kans heeft gekregen, dat verdriet gaat nooit helemaal weg. Maar als ik een jaar na mijn miskraam Dunya in mijn armen houd kan ik niet anders dan er vrede mee hebben. En dan komt er een heel ander gedichtje in me op:

“Ik zoek een woord
Een heel nieuw woord
Een woord dat niemand kent
Ik zoek een woord
Dat zeggen wil
Dat jij de liefste bent…”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Op zoek naar een eigen identiteit

De geboorte van Dunya's zusje wordt gevierd  met beschuit met muisjes op school. Inschrijven middelbare school “U kom...